Boekverslag Nederlands Kruistocht in spijkerbroek door Thea Beckman


Algemene gegevens
Titel van het boek: Kruistocht in Spijkerbroek
Auteur: Thea Beckman
Plaats en jaar van uitgifte: Rotterdam, 1973
Uitgeverij: Lemnsicaat Rotterdam
Druk: 18e druk, 1980

Samenvatting:
Dolf is op het laboratorium van een oude vriend van zn vader. Daar staat de materie-transmitter, een tijdmachine. Hij haalt de geleerden over om hem naar een riddertoernooi in Frankrijk te sturen. Maar de computer maakt een fout. Hij gaat niet naar Frankrijk, maar naar Spiers, een dorp in Duitsland. Daar sluit hij zich aan bij de kruistocht, omdat hij de reis terug naar de 20e eeuw heeft gemist. Hij was te laat om teruggeflitst te worden. Hij vindt dat de kruistocht slecht georganiseerd is, stapt naar de leiding en maakt groepen:

* Een knokploeg: die de kruistocht beschermd tegen dieren en struikrovers.
* Een groep met vissers: zorgen voor vis
* Een groep met jagers: zorgen voor vlees
* Een groep die de zieken verzorgden.
* Een groep met leerlooiers

Hij maakt ondertussen veel vrienden, die voor hem door het vuur willen gaan. In Rottweil bakt hij samen met bakker Gardulf honderden broden, want er dreigt een hongersnood. Een tijdje later overwint hij de scharlaken dood, een zeer besmettelijke ziekte. Hij kan dat overwinnen omdat hij veel meer af weet van ziektes dan middeleeuwers. O.A daardoor wordt hij beschuldigd voor ketterij. Hij wordt vrijgesproken, omdat hij de Heilige Drievuldigheid zou hebben. Het was gewoon een wond van een hondenbeet. Onderweg worden er 50 kinderen ontvoerd door Graaf Romhild. Door met zijn vrienden een sluwe list te bedenken haalt hij de kinderen weer terug. Een tijdje later gaat Carolus dood, aan blindedarmontsteking. In zijn testament staat dat Dolf nu de koning van Jeruzalem moet worden. Een maal in Genua aangekomen, wijkt de zee niet. Wel komen er boten aan. Dolf waarschuwt op tijd voor de slavendrijvers, de kruistocht is namelijk een val van Dom Anselmus en Dom Johannis. De kinderen scheuren Anselmus aan stukken. Veel kinderen gingen na deze teleurstelling naar huis. Maar de rest trok verder met Nicolaas naar Jeruzalem. Leonardo gaat weg, naar zijn ouders. Ze trekken verder. Dan duikt Leonardo ineens weer op. Onderweg strooien de professoren met doosjes met briefjes, in hoop dat Dolf er een vind. Als Dolf er een vindt, moet hij op een bepaalde plek gaan staan, op een bepaalde tijd. Dat doet hij, maar er is een probleem. Er is een optocht aan de gang, en hij wordt dus bijna platgetrapt. Gelukkig wordt hij net op tijd weg geflitst. Hij komt weer terug, in de 20e eeuw.

Personen
Hoofdpersoon
Dolf
DolfҒs hele naam is Dolf Wega, en op de kruistocht noemt hij zichzelf Rudolf Wega van Amstelveen, waardoor hij een edele lijkt. Hij is 15 jaar, heeft blond haar en blauwe ogen en is een heel goede leider. Hij brengt orde in de kruistocht, door groepen te maken en goede beslissingen te nemen. Ook is hij heel dapper en eigenwijs. Als hij iets in zijn hoofd heeft, zal en moest het gebeuren.

Bijpersonen
Leonardo
Leonardos hele naam is Leonardo Fibonacci - da Pisa. Hij is student, en aan het begin van het boek redde Dolf zijn leven. Hij is student, en eigenlijk van plan naar Bologna te trekken. Toch besluit hij zich bij de kruistocht aan te sluiten. Hij is behulpzaam, maar ook heel sarcastisch. Hij had een ezeltje, waar hij zieke of vermoeide kinderen op zette.

Mariecke
Mariecke is een weesje. Dolf noemt haar altijd ғlieve kleine Mariecke, en ze was een jaar of 10. Ze had zich in Keulen aangesloten bij de kruistocht. Dolf geeft heel veel om haar. Ze was vrij dom en goedgelovig, maar dat verandert wel.

Nicolaas
Nicolaas is eigenlijk een domme herdersjongen. Hij zou engelen hebben gezien, die hem de opdracht gaven om een leger van kinderen naar Genua te leiden. Ook was hem verteld dat daar de zee voor hem zou wijken.

Dom Anselmus
Anselmus was monnik maar ging de slechte kant op. Hij wil alle kinderen zo snel mogelijk in Genua krijgen, zodat hij ze kan verkopen aan slavendrijvers. Het interesseert hem niks dat er veel kinderen omkomen. Hij hoeft toch alleen maar de sterke kinderen te verkopen. Hij was heel gemeen tegen de kinderen.

Dom Johannis
Johannis was ook een monnik maar ook hij ging de verkeerde kant op. Hij is wel aardig. Hij krijgt spijt dat hij mee heeft gedaan aan de slavenhandel.

Dom Thaddeus
Is een echte monnik, die aan de kant van Dolf staat. Hij helpt vaak, en snapt ook waarom Dolf sommige dingen doet. Hij vindt hem wel een ketter, maar toch vindt hij hem onmisbaar in de kruistocht.

Carolus
Een goede vriend van Dolf. Hij is de zoon van de koning van Pommelen. Hij zou de koning van Jeruzalem worden. In het boek gaat hij dood. Hij is gek op jagen, maar ook vrij onvoorzichtig. Hij gaat dood aan blindedarmontsteking.

De tijd en plaats:
Het verhaal speelt zich eerst af in de twintigste eeuw en als dolf is weggeflitst in 1212, dus in de middeleeuwen. Dit is ook zeer duidelijk want het gaat natuurlijk omdat hij in het verleden is. De vertelde tijd is: 307 bladzijden. De verteltijd is ongeveer 2 Խ maand. Er is zijn in het boek wel een paar tijdversnellingen, bijvoorbeeld bij de scharkalen dood: op de vijfde dag van de schrarklen dood waren er zes doden en zeven nieuwe gevallen. De zesde dag: n nieuw geval, en zeven doden. De zevende dag, geen nieuwe gevallen, wel vijftien doden. Zo zijn er drie dagen voorbij gegaan in nog geen drie zinnen, terwijl er andere gebeurtenissen worden verteld van 驩n dag in een heel hoofdstuk. Er zijn ook nog meer tijdsversnellingen en vertragingen geweest. Het hele verhaal wordt verteld in chronologische volgorde, behalve een paar kleine flashbacks als Dolf denkt aan hoe het was toen hij in de twintigste eeuw leefde

Auteur:
Thea Beckman.

Thea Beckman werd in 1923 in Rotterdam geboren. Ze was enig kind. Ze heeft toen niet gestudeerd want dat hoorde niet als meisje. Ze wou vroeger schrijfster of ontdekkingsreizigster worden. Thea trouwde in 1945 en heeft drie kinderen. Sinds 1956 woont zij in Bunnik bij Utrecht. Toen haar kinderen groot waren besloot ze een psychologie te gaan studeren. In 1981 studeerde zij af in de sociale psychologie. Ook geschiedenis vindt ze erg boeiend, vooral de Middeleeuwen. Ze heeft ook nog en aantal hobbys: reizen, lezen, piano spelen en katten vertroetelen. Zelf heeft ze vier poezen en 钩n kater. Ze begon al met schrijven in 1947, met verhalen in jeugdtijdschriften en journalistieke stukjes in kranten, maar pas in de jaren zeventig begon ze met het schrijven van boeken. De boeken volgden zich heel snel op. Veel van haar boeken zijn bekroond met Griffels en door de Nederlandse Kinderjury. Niet alleen de geschiedenis boeit haar, maar ook de toekomst. Dit zegt ze over haar beroep: In feite is er niets interessants aan mijn beroep: je zit de hele dag moederziel alleen achter en schrijfmachine en dat is alles. En als je niet werkt, dan kijk je, je luistert, bestudeert, neemt op, pluist uit, je bent dus in alle stilte bezig met je verhaal: een boek.鑒 In 1984 werd zij bekroond door de Vereniging van docenten geschiedenis en staatsinrichting in Nederland (VGN). De boeken van Thea Beckman zijn in vele talen vertaald, waaronder Engels, Spaans, Duits, Hongaars, Deens, IJslands, Fries, Japans, Fins en Russisch.

Lees-/kijkervaringen:
Het boek was best een lang en dik boek. Het is best wel moeilijk geschreven: er zijn soms moeilijke woorden gebruikt en ook wel lange zinnen, maar je snapt het wel direct. Het was een heel boeiend boek. Dit is echt zon boek dat ondanks dat het best lang is zo uit wil lezen. De gebeurtenissen lopen zo in elkaar over dat het niet saai of zoiets wordt. Het was niet spannend, maar ook niet griezelig, maar dat maakte ook niets uit, want het was geen griezelboek. Ik kon me niet zo goed inleven in de hoofdpersoon, maar dat kwam niet omdat het niet goed geschreven was of zo maar omdat het zich afspeelt in zoҒn andere tijd dat je gewoon geen idee hebt dat je er zelf in meespeelt of zoiets. Ik vind het wel heel knap geschreven want je moet het van je eigen fantasie en de geschiedenisboeken hebben hoe het er in die tijd aan toe gaat. Het liep ook anders af dan dat je van het begin af dacht, want wie denkt er nu van tevoren dat Dolf een aluminium blikje vindt en zo terug naar huis komt? Het boek is humoristisch geschreven maar dat mis je ook niet echt want het zou absoluut niet passen als er hele grappen in het boek zouden voorkomen. Ik vond het boek mooi en heel goed geschreven.


1. De leugen (omdat er word gelogen over de bestemming van de kruistocht)

2. avontuur met de tijdmachine (omdat hij dingen mee maakt in het verleden)

3. de Kinderkruistocht (omdat het boek over een Kinderkruistocht gaat)

4. de tocht naar het geheim (omdat de kinderen niet weten waar ze heen gaan)